Zeezoogdieren ontwikkelden dikkere botten als duikgewichten in superzoute zee

23/11/2021
Zeezoogdieren in de Paratethyszee, die superzout werd tussen 13,8 en 13,4 miljoen jaar geleden, ontwikkelden zwaardere botten. De kern van het bot vertoont veel minder holtes in vergelijking met hun tijdgenoten uit andere zeeën en met de huidige soorten.
Zeezoogdieren in de Paratethyszee, die superzout werd tussen 13,8 en 13,4 miljoen jaar geleden, ontwikkelden zwaardere botten. De kern van het bot vertoont veel minder holtes in vergelijking met hun tijdgenoten uit andere zeeën en met de huidige soorten.

Paleontologen hebben vastgesteld dat zeezoogdieren dikkere en zwaardere botten ontwikkelden als aanpassing aan een zoute binnenzee in Centraal Europa zo’n 13 miljoen jaar geleden. Zwaardere botten werkten als duikgewichten: ze hielpen de dieren om in het superzoute water op een energiezuiniger manier dieptes te bereiken.

 

Fossiele wervel van Pachyacanthus, een uitgestorven dolfijn die in de Paratethyszee leefde net na een superzoute periode. De inwendige holtes in de wervel zijn helemaal opgevuld én hij heeft bovenaan een opvallend dik dorsaal uitsteeksel.
Fossiele wervel van Pachyacanthus, een uitgestorven dolfijn die in de Paratethyszee leefde net na een superzoute periode. De inwendige holtes in de wervel zijn helemaal opgevuld én hij heeft bovenaan een opvallend dik dorsaal uitsteeksel. (Foto: KBIN)

Zeezoogdieren, zoals walvissen en dolfijnen, hadden in het prille begin van hun evolutie, vanaf 50 miljoen jaar geleden, volle en zware botten. Het hielp hen makkelijker naar dieptes te duiken of in de waterkolom te blijven hangen. Maar die botten werden in de miljoenen jaren daarna steeds lichter naarmate de zeezoogdieren efficiënter zwommen dankzij andere adaptaties, zoals grote flippers of een staartvin.

 

 

Een internationaal team met paleontologen van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen en de Universiteit Luik heeft nu een opmerkelijke ‘terugkeer’ in die evolutie vastgesteld rond 13,8 miljoen jaar geleden. Toen kregen verschillende zeezoogdieren – ze onderzochten 12 fossielen van zeehonden, tand- en baleinwalvissen – onafhankelijk van elkaar toch weer dikkere, zwaardere botten.

Superzoute zee

 

Zeezoogdieren in de Paratethyszee, die superzout werd tussen 13,8 en 13,4 miljoen jaar geleden, ontwikkelden zwaardere botten. De kern van het bot vertoont veel minder holtes in vergelijking met hun tijdgenoten uit andere zeeën en met de huidige soorten.
Zeezoogdieren in de Paratethyszee, die superzout werd tussen 13,8 en 13,4 miljoen jaar geleden, ontwikkelden zwaardere botten. De kern van het bot vertoont veel minder holtes in vergelijking met hun tijdgenoten uit andere zeeën en met de huidige soorten.

"Dat heeft alles te maken met de zee waarin ze toen leefden: de Paratethyszee"

- paleontoloog Leonard Dewaele (KBIN, ULiège)-

 

 

"Een groot stuk van die zee in Centraal Europa raakte afgesneden van andere zeeën doordat het waterpeil zakte. Door verdere verdamping daalde de waterspiegel nog meer en werd het water extreem zout. Vergelijk het met de Dode Zee. Superzout water duwt je naar boven. Maar dat is voor zeezoogdieren die in het diepe naar voedsel zoeken vervelend. Toen we de botstructuur van de verschillende zeezoogdierfossielen uit die zoute periode van vierhonderdduizend jaar onder de loep namen, zagen we dat ze stuk voor stuk zwaardere botten hadden ontwikkeld. Met een zwaarder skelet weersta je de drijfkracht beter",zegt paleontoloog Leonard Dewaele (KBIN, ULiège).

 

 

Een dalend waterniveau sneed de Centrale Paratethyszee af van naburige zeeën zo’n 13,8 miljoen jaar geleden. Daardoor werd ze superzout.
Een dalend waterniveau sneed de Centrale Paratethyszee af van naburige zeeën zo’n 13,8 miljoen jaar geleden. Daardoor werd ze superzout. (afbeelding: KBIN)

Toen rond 13,4 miljoen jaar geleden het waterniveau in dit stuk Paratethyszee weer steeg en het in verbinding kwam met andere zeeën, werd het water brakker, maar de adaptatie van dikkere botten bleef nog miljoenen jaren. Mogelijk hielpen die zwaardere botten om op de zeebodem te foerageren. De huidige zeezoogdiersoorten stammen niet af van de dieren uit de Paratethyszee en hebben – uitgezonderd zeekoeien en de Groenlandse walvis – allemaal lichtere botten.

 

De ontwikkelingen lang geleden in de Paratethyszee kunnen ook een spiegel zijn voor vandaag. ‘Een stijgend zeeniveau de komende decennia of eeuwen kan binnenzeeën doen ontstaan of gescheiden zeeën met elkaar verbinden’, zegt Dewaele. ‘Ons onderzoek illustreert hoe kleine geografische veranderingen een invloed kunnen hebben op de ecologie en de evolutie van de fauna.’

 

Het onderzoek is gepubliceerd in het vakblad Current Biology.

Nieuws