Dolfijn duikt op in Schelde, maar overleeft het niet

17/03/2025
Gewone dolfijn, Burcht, 7 maart 2025 (Beeld: René Maes)

Begin maart vond een voorbijganger aan de Scheldekaai in Burcht een aangespoelde dode dolfijn. De persaandacht voor deze uitzonderlijke vondst bracht een nog opmerkelijker gegeven aan het licht: eind januari had een veerman verder stroomopwaarts in de Schelde een levende dolfijn gefilmd.

Kelle Moreau


Het was vreemd opkijken voor Kobe Vercruyssen wanneer hij op 7 maart 2025 langs de Schelde in Burcht een dode dolfijn aantrof. Het dier lag op ongeveer vijftien meter van de kaaimuur, en dreigde met het opkomende tij terug de rivier in te drijven. Het nieuws verspreidde zich snel via sociale media.Het kadaver werd door Kobe en de intussen toegesnelde René Maes met een touw aan de kaaimuur vastgemaakt, zodat het niet verloren zou gaan.

Na melding aan verschillende instanties kwam het opvangcentrum ‘Wilde Dieren in Nood/Vogelopvangcentrum Brasschaat-Kapellen’ (VOC) ter plaatse om de dolfijn op te halen. De brandweer van Antwerpen moest eraan te pas komen om het dier uit het water te halen, waarna het VOC de dolfijn voor verder onderzoek naar de loods van het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) in Kalmthout bracht.

Identificatie en doodsoorzaak

Bij de analyse door medewerkers van het ANB en de Zoogdierenwerkgroep van Natuurpunt Antwerpen Noord & Kempen, in overleg met het Instituut voor Natuur-wetenschappen, werd vastgesteld dat het dier een jong vrouwtje was met een lengte van 166 cm en een geschat gewicht van 70 à 80 kg. De huid was grotendeels verdwenen, waardoor het moeilijk was om te bepalen om welke soort het ging. Het gebit past het best bij een gewone dolfijn (Delphinus delphis), maar een gestreepte dolfijn (Stenella coeruleoalba) kon niet worden uitgesloten.

Gewone dolfijn, Burcht, 7 maart 2025 (Beeld: René Maes)

Omdat het kadaver al in verregaande staat van ontbinding was, kon geen exacte doodsoorzaak worden vastgesteld. Het werd uiteindelijk voor vernietiging afgevoerd.

De vondst en berging van de dolfijn van Burcht was een staaltje van snelle en efficiënte samenwerking tussen burgers en verschillende organisaties, waaronder Natuurpunt Waasland, Wilde Dieren in Nood/Vogelopvangcentrum Brasschaat-Kapellen, het Agentschap voor Natuur en Bos, het Instituut voor Natuurwetenschappen en de Zoogdierenwerkgroep van Natuurpunt Antwerpen Noord & Kempen. Ondanks de trieste omstandigheden bood deze gebeurtenis een unieke kans om een zeldzaam zeezoogdier van dichtbij te bestuderen” zegt Johan Neegers van de genoemde zoogdierenwerkgroep.

Gewone dolfijn, Kalmthout, 8 maart 2025 (Beeld: Geert Steel)

Een verrassende wending

De persaandacht die volgde bracht een zo mogelijk nog vreemder gegeven aan het licht. De vondst van de dode dolfijn in Burcht herinnerde veerman Nils Verbeeck aan een bijzondere ontmoeting een maand tevoren op de Schelde, een heel eind stroomopwaarts van Burcht. Hij nam contact op met het Instituut voor Natuurwetenschappen.

Nils bleek op 31 januari 2025 in Hamme niets minder dan een levende dolfijn te hebben gezien. Het filmpje dat hij van het dier had gemaakt, toonde dat ontegensprekelijk aan. Uit de beelden kon worden opgemaakt dat het om een gewone dolfijn ging. Het is erg waarschijnlijk dat dit hetzelfde dier was dat 35 dagen later dood werd aangetroffen in Burcht.

Gewone – en gestreepte – dolfijnen zijn niet aangepast aan een leven in rivieren. Het zijn soorten met een pelagische leefwijze. Dat betekent dat ze de open zee verkiezen en doorgaans ver van kusten verwijderd blijven. Aanvankelijk werd dan ook vermoed dat het dode dier van Burcht door de getijden de Schelde was binnengedreven, maar dit moest op basis van de waarneming in Hamme worden bijgesteld. Waarom deze dolfijn zo ver de Schelde opzwom, is niet bekend. Dat ze haar bezoek aan de rivier niet overleefde, is geen verrassing.

Gewone dolfijn, Hamme, 31 januari 2025 (Beeld: Nils Verbeeck)

Zeldzame verschijning

Jan Haelters van het Instituut voor Natuurwetenschappen duidt hoe bijzonder de vondst is: “Na de tuimelaar en de witsnuitdolfijn is de gewone dolfijn de meest te verwachten dolfijnensoort voor de Belgische kust. Toch blijft het hier een zeldzame verschijning.In de voorbije tien jaar zijn voor ons land slechts enkele waarnemingen van levende gewone dolfijnen bekend, met daarnaast nog een handvol waarbij de identiteit niet met zekerheid kon worden achterhaald.”

Ook strandingen van gewone dolfijnen zijn zeldzaam in België. Op 22 december 2023 spoelde een recent gestorven en dus makkelijk herkenbaar individu aan in Oostende, maar de overige recente dolfijnen die mogelijk tot deze soort behoorden (telkens één in 2016, 2019 en 2020, en nog twee in 2023) waren te ontbonden om ze met zekerheid aan deze soort toe te wijzen. De gewone dolfijn van Burcht en Hamme is niet de eerste die in de Schelde werd waargenomen, maar voor zover bekend wel degene die het verst de rivier opzwom. In het Nederlandse deel van de Schelde werd nabij ‘s-Gravenpolder een gewone dolfijn waargenomen van eind juli tot begin september 2002. Dit dier werd op 8 april 2003 dood teruggevonden in Saeftinghe.

De gestreepte dolfijn is in Belgische wateren nog zeldzamer. Deze soort werd hier maar twee keer met zekerheid gedocumenteerd: een stranding van een dood dier in 1981 en een waarneming van een levend dier van 15 tot 19 mei 2009. Deze laatste zwom nota bene ook in de Schelde (Doel en Verrebroek), overleefde dit eveneens niet en werd op 21 mei van dat jaar dood teruggevonden.

Kobe Vercruyssen, René Maes en Lenn Gommers stellen het kadaver van de gewone dolfijn veilig. Burcht, 7 maart 2025 (Beeld: Arlette Strubbe)
Gewone dolfijn klaar om vanuit Burcht naar Kalmthout te worden getransporteerd, 7 maart 2025 (© Dafne Van Mieghem)

 

Alle betrokken personen en instanties worden bedankt voor de vlotte samenwerking en informatie-doorstroming. Boswachters Bram Vereecken en Lucas Bergmans van het Agentschap Natuur en Bos zorgden respectievelijk voor de snelle interne melding van de dolfijn en de algemene coördinatie van de berging en opmeting van het kadaver. Wilde Dieren in Nood/ Vogelopvangcentrum Brasschaat-Kapellen zorgde voor het transport naar de ANB-loods in Kalmthout.

Bijkomende dank gaat naar Johan Neegers (Zoogdierenwerkgroep Natuurpunt Antwerpen Noord & Kempen), René Maes (Natuurpunt Waasland), Jan Haelters (Instituut voor Natuurwetenschappen) en Jaap van der Hiele (Stichting ReddingsTeam Zeedieren, Nederland) voor hun medewerking aan de tekst, en naar Nils Verbeeck (Boottochten Jan Plezier), René Maes, Arlette Strubbe (Natuurpunt Waasland), Dafne Van Mieghem (Wilde Dieren in Nood/VOC Brasschaat-Kapellen) en Geert Steel (Zoogdierenwerkgroep Natuurpunt Antwerpen Noord & Kempen) voor het ter beschikking stellen van de afbeeldingen.