Twee slachtoffers van mijnramp Bois du Cazier alsnog geïdentificeerd
Op 8 augustus 1956 kwamen 262 mijnwerkers - de helft van hen waren Italianen - om het leven bij de brand in de mijn van Bois du Cazier in Marcinelle (Charleroi). Bijna 67 jaar na de ramp heeft een multidisciplinair team van vrijwillige onderzoekers formeel een naam kunnen geven aan twee van de 14 slachtoffers die destijds niet konden worden geïdentificeerd.
In 2019 zette Michele Cicora, de zoon van een van die mijnwerkers, het project in gang. In 2021 werden de niet-geïdentificeerde lichamen opgegraven op de begraafplaats van Marcinelle, om met de technieken van vandaag de lichamen alsnog te kunnen linken aan de personen.
Onder meer het Disaster Victim Identification (DVI)-team van de Federale Politie, forensische wetenschappers, tandheelkundigen en antropologen werkten mee aan dit onderzoek. Onderzoekers van het Nationaal Instituut voor Criminalistiek haalden uit botfragmenten en tanden DNA, dat vergeleken werd met DNA van nog levende familieleden. Daarbij werd de graad van overeenkomst nagegaan.
De resultaten van het onderzoek zijn een grote opluchting voor de families van de twee mijnwerkers die met succes zijn geïdentificeerd. Enige teleurstelling blijft want 12 slachtoffers blijven ongeïdentificeerd. Er waren vier formele uitsluitingen omdat er geen match in DNA kon worden vastgesteld - ironisch genoeg is Francesco Cicora een van hen. Voor vijf anderen waren de resultaten niet overtuigend: de gevonden afstammelingen stamden niet in directe lijn af van de mijnwerker of waren niet talrijk genoeg om zekerheid te krijgen. Ten slotte zijn er drie lichamen waarvan geen verwanten konden worden gevonden om vergelijkingen te maken.
hebben we alle botten onderzocht om het geslacht af te leiden en de leeftijd en lichaamsbouw in te schatten
- Caroline Polet (antropologe van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen) -
"We hielpen bij het opgraven van de individuen, zeefden alles op en rond het lichaam om geen enkele aanwijzing te missen, en hebben later de stoffelijke resten gewassen. Daarna hebben we alle botten onderzocht om het geslacht af te leiden en de leeftijd en lichaamsbouw in te schatten. En we onderzochten ook of er opvallende kenmerken of pathologieën waren. Dat leverde al bepaalde pistes op, die vervolgens door DNA-onderzoek zijn bevestigd of weerlegd."
Dit was voor de onderzoekers een missie met een grote menselijke dimensie, en het toont tegelijk de impact die vakgebieden als antropologie kunnen hebben op recente historische gebeurtenissen, waarbij nabestaanden op antwoorden wachten. Voor de nabestaanden van de ongeïdentificeerde mijnwerkers blijft er een sprankel hoop, want het onderzoek is nog niet helemaal voltooid: een andere lichaam zou in de nabije toekomst opgregraven worden.