Nieuwe vliegensoorten ontdekt in Brusselse Jardin Massart
Entomologen van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen hebben drie nieuwe vliegensoorten beschreven. Ze werden ingezameld in Jardin Massart, een botanische tuin aan de rand van Brussel, tijdens een groot inventarisatieproject met de hulp van tientallen burgerwetenschappers. De tuin blijkt ondanks de omliggende ‘vijandige’ metropool een hotspot voor insecten.
Uit de tropen worden aan de lopende band nieuwe insectensoorten beschreven, maar een nieuwe soort in België, dat gebeurt nog zelden. Niet verwonderlijk: onze natuurlijke gebieden zijn veel schaarser en biologen kammen ze al anderhalve eeuw op een systematische manier uit, met steeds meer hulp van een burgerwetenschappers. En toch beschreef Patrick Grootaert, voormalig entomoloog van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen, drie nieuwe vliegensoorten, waarvan één in 2016 al is gepubliceerd.
Nieuwe vliegensoorten
Jardin Massart in Oudergem vierde vorig jaar z’n honderdjarige bestaan. Het inventariseringsproject dat er van 2015 tot 2018 liep, in samenwerking met een dertigtal burgerwetenschappers, leverde deze onverwachte cijfers op: bijna 2.000 plantensoorten en meer dan 4.000 soorten geleedpotigen. Daarvan zijn er 1.370 keversoorten en 1.191 soorten tweevleugeligen (muggen, dazen en vliegen) vastgesteld. 129 tweevleugeligen zijn daar voor het eerst waargenomen voor ons land en drie soorten zijn totaal nieuw (dus nooit eerder beschreven). Het gaat om de vliegen Drapetis bruscellensis, beschreven in 2016, en Platypalpus massarti en Platypalpus pictitarsoides. Die twee laatste staan in een pas verschenen online boek over de vliegendiversiteit in Jardin Massart.
De zwarte vliegjes met gele poten zijn zo’n anderhalve millimeter groot. Ze leven vooral op boomstammen en bladeren, waar ze jagen op nog kleinere insecten en mijten. Entomologen vergeleken bepaalde uiterlijke kenmerken met die van de 240 gekende Platypalpus-soorten in Europa: onder meer de vorm van de geslachtdelen, de poten en de voelsprieten. Een van de twee zopas beschreven soorten is genoemd naar prof. Jean Massart, ecologist avant-la-lettre die de botanische tuin 100 jaar geleden liet aanleggen samen met landschapsarchitect Jules Buyssens.
Het is een insectentuin in een plantentuin en verdient bescherming
- Patrick Grootaert, entomoloog van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen -
De plantentuin bestaat uit verscheidene kleine biotopen, zoals een moerasje en vijvers met Natura-2000-status, een boomgaard en een bloemenweide. En hij ligt naast het Zoniënwoud. Maar de grootstad is dichtbij: de tuin zit geklemd tussen dichte bebouwing en een drukbereden dubbele snelweg.
‘Ondanks de stedelijke ‘stress’ heeft deze relatief kleine tuin een enorm diversiteit aan insecten’, zegt Patrick Grootaert. ‘En we stelden heel wat insectensoorten vast die bedreigd zijn of zeldzaam. Het is een entomologische tuin in een botanische tuin, en verdient daarom bescherming.’
De studie over de vliegendiversiteit in Jardin Massart is gepubliceerd in Belgian Journal of Entomology.