FlatwormWatch Project
FlatwormWatch: op zoek gaan naar platwormen in tuinen voor een citizen science project
Er worden steeds meer exotische platwormen aangetroffen in Europa. Deze weinig bekende wormen zijn echte roofdieren die een negatieve impact kunnen hebben op onze inheemse bodemfauna. Daarom is het belangrijk om hun voortgang goed in de gaten te houden en maatregelen te ontwikkelen om hun verspreiding tegen te gaan. Het FlatwormWatch-project - opgestart door het Nationaal wetenschappelijk secretariaat voor invasieve uitheemse soorten - wil met hulp van de burgers achterhalen welke soorten uitheemse landplatwormen er reeds in België voorkomen.
Sinds 2015 zijn er minstens 8 soorten exotische platwormen aangetroffen in België, voornamelijk in tropische kassen. Tot nu toe hebben drie van hen al bewezen dat ze buiten kassen kunnen overleven: Caenoplana variegata, Marionfyfea adventor en Obama nungara. De situatie bij onze Franse, Nederlandse en Britse buren suggereert echter dat veel andere soorten zich in België zouden kunnen vestigen en handhaven. Staan we aan de vooravond van een platwormeninvasie? Het is nog te vroeg om dat te zeggen, maar waakzaamheid is geboden.
Hoe herken je ze?
Platwormen zijn een zeer diverse groep van dieren in de stam van de Platyhelmintes. Hoewel de meeste soorten platwormen volledig aquatisch zijn, zijn er ook een aantal soorten die op het land leven - weliswaar in vochtige habitats. Platwormen lijken, zoals de naam al doet vermoeden, op afgeplatte wormen. Ze hebben geen poten en hun lichaam is omhuld door een slijmlaag waardoor ze er glad en glibberig uitzien. In tegenstelling tot slakken hebben ze geen tentakels op de kop en is hun lichaam helemaal glad. Hun lichaam is bovendien niet verdeeld in segmenten, in tegenstelling tot regenwormen en bloedzuigers. De lichaamsvormen van de verschillende soorten landplatwormen zijn uiteenlopend - sommige zijn slechts enkele millimeters lang terwijl andere wel 50 cm lang kunnen worden.
Omdat landplatwormen een hoge luchtvochtigheid nodig hebben om uitdroging te voorkomen, komen ze voor op donkere, koele, vochtige plaatsen. In tuinen zitten ze vaak onder bloempotten, houten- of stenen tuinschuttingen, en in de composthoop.
Soorten van elders
We kennen maar een paar kleine, onopvallende inheemse soorten platwormen. De landplatwormen zijn het meest divers in tropische gebieden - zoals Afrika, Australië, Zuid-Amerika en Zuidoost-Azië. Door de globalisering en het wijdverspreide transport van goederen tussen continenten zijn verschillende soorten exotische platwormen in Europa terechtgekomen via de handel in potplanten. Deze invasieve wormen verstoppen zich graag op het oppervlak van potten of in potgrond.
Een bedreiging voor de biodiversiteit van onze bodems
Alle landplatwormen zijn roofdieren. Ze kunnen de biodiversiteit en vruchtbaarheid van de bodem schaden door zich te voeden met slakken, regenwormen, pissebedden en andere bodemorganismen. In het Verenigd Koninkrijk wordt geschat dat de Nieuw-Zeelandse platworm de biomassa van regenwormen met 20% kan verminderen. Bovendien hebben terrestrische platwormen zelf weinig natuurlijke vijanden, omdat hun slijm stoffen bevat die ongenietbaar zijn, waardoor ze zeer goede kandidaten zijn om invasief te worden.
Landplatwormen zijn moeilijk te bestrijden eens ze zich gevestigd hebben. Daarom is voorkomen beter dan genezen. Omdat sierplanten de belangrijkste introductiebron vormen, is preventie door middel van zogenaamde fytosanitaire maatregelen de beste oplossing.
Bepaalde soorten terrestrische platwormen staan op de lijst van quarantaine-organismen van het EPPO (European and Mediterranean Plant Protection Organisation). De Nieuw-Zeelandse platworm Arthurdendyus triangulatus is wijdverbreid op de Britse eilanden en staat op de Unielijst van de Europese Verordening invasieve exoten.
Citizen science om pltawormen in kaart te brengen
Het in kaart brengen van mogelijke populaties in België en hoe ze per ongeluk meereizen met planten en bodemsubstraat is een eerste belangrijke stap in de aanpak van deze weinig gekende soortgroep. Bovendien zal meer bewustzijn ook bijdragen aan een snellere respons op het terrein wanneer in de toekomst nieuwe soorten gespot worden.
Daarom lanceert het Nationaal wetenschappelijk secretariaat voor invasieve uitheemse soorten - gevestigd in het Instituut voor Natuurwetenschappen – deze lente het project FlatwormWatch. Dit citizen-scienceproject nodigt tuiniers en natuurliefhebbers uit om op zoek te gaan naar deze bijzondere wormen en hun waarnemingen in te voeren via het participatieve platform waarnemingen.be.
Hoe doe je mee?
Als deelnemer aan het project zal je actief op zoek gaan naar deze verborgen soortgroep op verschillende plekken. Je kan schuilplaatsen in je tuin of serre inspecteren, potplanten bekijken, je terrarium eens onder de loep nemen of op onderzoek uitgaan in de natuur. Platworm gespot? Probeer hem dan te identificeren via onze handige sleutel en geef je observatie door via de FlatwormWatch pagina. Als je niet zeker bent van je observatie sta je natuurlijk niet alleen en helpen wij je graag om hem op soort te brengen. Als deelnemer zal je dus je identificatieskills van kleine bodemwezens kunnen trainen en je tuin vanuit een heel nieuw perspectief kunnen bekijken! Geen platworm gespot? Niet getreurd – invasieve platwormen zijn slecht nieuws voor het leven in de bodem. Wij willen je alvast hartelijk bedanken om mee te helpen om het mysterie rond deze groep dieren te ontrafelen en onze inheemse fauna te beschermen!
Heb je de smaak te pakken, vul dan het online formulier in en blijf op de hoogte van de voortgang van het onderzoek en ander platwormgerelateerd nieuws, of schrijf je in voor een training en wordt een echte FlatwormWatcher. Natuurlijk zullen de observaties ook publiek beschikbaar worden gesteld.
Info en contact
Website : www.iasregulation.be/nl/flatwormwatch
FlatwormWatch is een project van het Nationaal Wetenschappelijk Secretariaat voor Invasieve Uitheemse Soorten, in samenwerking met het Instituut voor Natuurwetenschappen, Plantentuin Meise, het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) en de Universiteit Hasselt.
Arnaud Jacobs en Jane Reniers
Nationaal Wetenschappelijk Secretariaat voor Invasieve Uitheemse Soorten
Instituut voor Natuurwetenschappen
secretariat@iasregulation.be