Nood aan effectieve bescherming van grindbedden in de Belgische Noordzee

04/12/2023
Figuur 1. Indicatief overzicht van de variabele levensvormen die voorkomen in de Belgische stenige riffen. (A) het zachte koraal Alcyonium digitatum (B) de spinkrab Maja brachydactyla (C) de hondshaai Scyliorhinus canicula (D) de zeespriet Nemertesia spp. (Beeld: Instituut voor Natuurwetenschappen/MARECO)

Grindbedden in de Belgische Noordzee herbergen een unieke fauna die kwetsbaar is voor bodemberoerende activiteiten. Momenteel zijn deze riffen het doelwit van bodemvisserij. Deze paradox onderstreept de nood aan een effectievere bescherming van mariene grindbedden en hun fauna.

Kelle Moreau

De Belgische zeebodem bestaat voornamelijk uit zachte sedimenten die zijn gestructureerd in een prominent systeem van grote zandbanken. Ongeveer 16% van de zeebodem bestaat echter uit natuurlijke harde substraten, doorgaans ‘grindbedden’ genoemd. Hier bestaat de bodem deels uit hard materiaal dat varieert van grind tot kiezelstenen, kasseien en grotere rotsblokken. Deze grindbedden liggen verspreid binnen de overwegend zandige omgeving.

De harde substraten bieden een stabiel houvast voor een unieke, diverse en gespecialiseerde fauna, en kunnen als ‘stenige riffen’ worden beschouwd. Verschillende levensvormen, zoals zachte koralen en vertakte waterpoliepen en mosdiertjes, vormen hier complexe driedimensionale structuren. Deze gebieden, die worden gekenmerkt door een grotere habitatcomplexiteit en heterogeniteit in vergelijking met de omliggende zandomgeving, fungeren als oases en dienen als toevluchtsoord, vestigings-, foerageer-, paai- en kraamkamer voor organismen op verschillende niveaus van het voedselweb. Veel van deze soorten zijn van commercieel en natuurbehouds-belang (Fig. 1). Deze habitats zijn ecologisch even waardevol als kwetsbaar, en zeer gevoelig voor antropogene verstoringen waaronder visserijen met bodemcontact.

Minimaal verstorend onderzoek

Een dieper inzicht krijgen in de gevolgen van commerciële bodemberoerende visserij op stenige riffen in de Belgische Noordzee was het doel van het onderzoek onder leiding van Giacomo Montereale Gavazzi en collega-onderzoekers van de MARECO-groep (Marine Ecology and Management) van het Instituut voor Natuurwetenschappen. Hun resultaten, over een periode van zeven jaar (2016-2022), worden gepresenteerd in een publicatie (2023) in het wetenschappelijke tijdschrift Frontiers in Environmental Science.

De studie concentreerde zich op twee verschillende offshore stenige rifgebieden in het Belgische deel van de Noordzee: het noordwesten en de Hinderbanken (Fig. 2). De noordwest-locatie, voor het eerst waargenomen in 2018 en gevierd als hotspot voor biodiversiteit, is aangewezen als zoekgebied voor de bescherming van biodiversiteit, maar ook als prospectiegebied voor de winning van mariene aggregaten (zand/grind) in het kader van het Marien Ruimtelijk Plan 2020 – 2026 dat momenteel van kracht is. Het Hinderbanken-gebied overlapt gedeeltelijk met het Mariene Beschermde Gebied ‘Vlaamse Banken’ onder de EU-habitatrichtlijn, die in 2012 werd afgebakend om riffen en zandbanken te beschermen.

Figuur 2. Overzicht van de studiegebieden (rood omlijnd) in het Belgische deel van de Noordzee (zwart omlijnd). De grootste van de twee studielocaties (Hinderbank) ligt binnen het Natura 2000-gebied (groen omlijnd), waarbij de overlappende blauwe polygoon de Prinses Elisabethzone voor hernieuwbare energie afbakent. De blauwe polygoon op de grens met Nederland markeert de huidige duurzame energiezone met operationele offshore windparken. (Beeld: Instituut voor Natuurwetenschappen/MARECO)

Omwille van de kwetsbaarheid van deze habitats paste het onderzoeksteam uitsluitend minimaal invasieve technologieën toe. Gegevens over commerciële visserijactiviteiten (het in kaart brengen van de ruimtelijke en temporele verdeling van de visserij), hydro-akoestiek (het in kaart brengen van de zeebodem met geluidsgolven) en onderwaterfotografie (documentatie van de structuur en fauna van de zeebodem) werden gecombineerd om een uitgebreid overzicht van de ecologische toestand van de beide gebieden te verkrijgen. De data-analyse bevestigde dat beide tijdens de onderzochte periode hotspots waren voor bodemvisserij.

Riffen als hotspots voor visserij

De noordwestelijke locatie heeft tussen 2021 en 2022 een enorme groei in de visserijactiviteiten doorgemaakt (32% toename van het aantal actieve vaartuigen), waarbij de totale omvang van het verstoorde gebied 86% bedraagt. In de Hinderbanken werd het geschatte verstoorde gebied berekend op 89%, en hoewel de visserijactiviteiten hier tussen 2021 en 2022 met 60% zijn afgenomen, staat dit gebied al eeuwenlang chronisch onder zeer hoge visserijdruk.

De intense visserijdruk vertaalt zich in de bodembewonende levensgemeenschappen van deze grindbedden. Deze verschoven van immobiele, langlevende en habitatbepalende soorten met een laag weerstands- en herstelpotentieel tegen verstoring (typisch voor dergelijke habitats) naar opportunistische soorten die deze typische kenmerken missen. Het effect dat bodemvisserij met sleepnetten heeft op de zeebodem werd ook duidelijk door de sleepsporen die werden vastgelegd door de hydro-akoestische onderzoeken (Fig. 3). De vissersschepen lieten ploeg-sporen achter in het landschap en maakten de zeebodem in het algemeen vlakker. Deze impact bleef minstens vier maanden aanhouden. De resultaten illustreren duidelijk dat bodemvisserij met sleepnetten schadelijke effecten kan hebben op de ecologische functionaliteit van deze kwetsbare biotopen.

Figuur 3. Sporen van bodemvisserij met sleepnetten op twee locaties op de grindbedden in het noordwestelijke studiegebied. (Beeld: Instituut voor Natuurwetenschappen/MARECO)

Mariene Ruimtelijke Planning

Hoewel beide onderzoekslocaties onderworpen zijn aan verschillende milieubeheerregimes, delen ze een gemeenschappelijke uitdaging met betrekking tot aanhoudende directe antropogene verstoring. Gezien het feit dat het Hinderbanken-gebied is aangewezen als Marien Beschermd Gebied, wordt het duidelijk dat deze wettelijke status alleen onvoldoende is om het gewenste niveau van bescherming te bereiken. In het huidige Marien Ruimtelijk Plan is een uitgebreidere regelgeving echter in voorbereiding. Beide stenige riflocaties zijn aangewezen als zoekzones voor bescherming van de zeebodem met de bedoeling bodemverstorende visserijpraktijken te beperken om natuurherstel en -behoud te vergemakkelijken.

De studie van Montereale Gavazzi en zijn collega's levert aanvullende wetenschappelijke informatie op die in aanmerking kan worden genomen voor het volgende Marien Ruimtelijk Plan en ondersteunt als zodanig de bescherming van de lokale natuurlijke biodiversiteit. De resultaten pleiten krachtig voor adequate regulering van bodemberoerende visserij in grindbedden en benadrukt het belang van het vertalen van de geplande beheersmaatregelen naar de concrete realiteit.

Extra uitdagingen

Tegelijkertijd dingen andere menselijke activiteiten naar dezelfde ruimte. Zo overlapt de geplande Prinses Elisabethzone voor offshore windparken met het Marien Beschermde Gebied ‘Vlaamse Banken’ (Fig. 2) en wordt de winning van mariene aggregaten onderzocht op de noordwestelijke locatie. Wat de Prinses Elisabethzone betreft, heeft de EDEN2000-studie ‘Exploring options for a nature-proof Development of offshore wind farms inside a Natura 2000 area’, eveneens gecoördineerd door het MARECO-team (2019-2023), de nodige kennis opgeleverd voor een natuurvriendelijke ontwikkeling van offshore windparken.

EDEN2000 werd uitgevoerd in opdracht van voormalig minister van Noordzee Vincent Van Quickenborne en de Dienst Marien Milieu van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. De resultaten dienen als advies in het kader van openbare aanbestedingsprocedures voor de bouw van offshore windturbines onder de verantwoordelijkheid van AD Energie van de FOD Economie.

 

Paul Van Tigchelt, minister van Noordzee: “Onze Noordzee is een thuis voor meer dan 2.000 verschillende soorten dieren en planten. Tegelijk is het er zeer druk met tal van activiteiten. Zo heeft onze zeebodem erg te lijden gehad onder de intensieve visserij. Om de integriteit van de zeebodem te beschermen hebben we op basis van wetenschappelijk onderzoek en in overleg met de bevoegde diensten en de sector de meest waardevolle zones aangeduid, waarbinnen we nu visserijmaatregelen hebben voorgesteld. De biodiversiteit in onze Noordzee moeten we koesteren en ondersteunen. We moeten de natuur die verloren ging of sterk teruggedrongen werd, herstellen. Zoals de Europese platte oester en de grindbedden. België heeft sterke ambities rond natuurherstel en we willen daar zo snel mogelijk mee aan de slag.”