Hoe Belgisch porfier de hele wereld plaveide
Wist je dat kasseien porfier zijn, gestold magma? Begin 20ste eeuw waren drie Belgische dorpjes de grootste bron van porfier ter wereld. Geologen Eric Goemaere (Instituut voor Natuurwetenschappen) en Marina Cabidoche (EuroGeoSurveys) vertellen in een rijk geïllustreerd boek de geschiedenis van de porfierontginning in ons land, brengen het labeur van de steenkappers in beeld, en verklaren de bijzondere geologie van het 420 miljoen jaar oude gesteente.
Het porfier uit de groeves van Quenast in Waals-Brabant en Lessines en Bierghes in Henegouwen was in de 19de en 20ste eeuw een belangrijk exportproduct. De straatstenen werden uitgevoerd naar alle grote Europese steden, maar ook naar Noord-Amerika, Australië, Egypte en Zuid-Afrika. Volgens historische bronnen waren er begin 20ste eeuw meer dan 8.200 arbeiders actief in de Belgische porfiergroeves.
Porfier, kwartsdioriet of ook nog granodioriet is bijzonder hard, erosiebestendig, laat weinig water door en weerstaat druk en chemische aantasting. Het maakt dit materiaal perfect geschikt voor de aanleg van wegen, van landingsbanen en als ballast (steenslag) voor hogesnelheidstreinen. Vandaag wordt het porfier nog altijd ontgonnen, maar alleen nog voor steenslag.
Nek van een vulkaan
Het gesteente komt van diep in de aarde: het is magma dat 420 miljoen jaar geleden (het siluur) naar het oppervlak werd gestuwd en versteende. En dat gebeurde ver van waar we nu liggen. Tijdens het siluur bevonden we ons op het zuidelijk halfrond en waren we een deel van een klein, langgerekt continent: Avalonië. Op Avalonië liggen de huidige centraal-Europese landen én een stuk oostkust van Noord-Amerika.
Avalonië is op dat moment nog maar recent afgescheurd van het supercontinent Gondwana en ‘drijft’ richting twee andere continenten. De eerste botsing, met het continent Baltica - waar de Scandinavische landen op liggen – moet vulkanische activiteit hebben veroorzaakt.
Bij platentektoniek schuift de ene plaat onder de andere. Het deel dat onder de aardkost wordt geduwd, smelt door de hogere temperatuur. Dat gesmolten gesteente – magma dus – stijgt dan op uit de aardmantel en breekt door de aardkorst. En dat levert vuurwerk op. Het magma spuit door langgerekte scheuren in het aardoppervlak, zoals recent in Grindavik (IJsland), of doet vulkanen uitbarsten. Onder Quenast, ten zuidwesten van Brussel, ligt de gestolde vulkaanpijp (pipe in het Engels, neck in het Frans): een 2 kilometer brede cilinder met daarin zeshoekige kolommen. Devils Tower in Wyoming is een van de bekendste overgebleven vulkaannekken. Daar is ze goed zichtbaar omdat de omgeving errond is weggeërodeerd.
Steenkappers
Het boek vertelt dit geologische verhaal, maar gaat nog veel dieper in op de geschiedenis van de porfierontginning. Het is een ode aan ons geologische erfgoed en aan de steenkappers of ‘cayoteux’, die van een harde, vormloze steen perfecte straatstenen maakten. Onuitgegeven documenten, oude ansichtkaarten, topografische kaarten en foto’s maken van dit boek een compleet naslagwerk.
Du porphyre et des Hommes au Pays des « Cayoteux ». Des pavés aux granulats, plus de trois siècles d’histoire à Quenast-Rebecq, Lessines et Bierghes. (Porfier en de Mens in het land van de "Cayoteux". Van straatstenen tot aggregaten, meer dan drie eeuwen geschiedenis in Quenast-Rebecq, Lessines en Bierghes.)
223 pagina’s in hardcover, met 355 kleurfoto’s en figuren. In het Frans.
Je kunt het boek bestellen (20 euro + verzendkosten) via gsb@naturalsciences.be