Fossiele schelpen uit Antwerpen: zomers warmen sneller op dan winters
In een warmer klimaat warmen zomers veel sneller op dan winters. Dat blijkt uit onderzoek naar fossiele schelpen door aardwetenschapper Niels de Winter. Met deze kennis zijn de gevolgen van de huidige opwarming van de aarde in het Noordzeegebied beter in kaart te brengen.
Niels de Winter, verbonden aan het departement Aardwetenschappen van de Vrije Universiteit Amsterdam en de AMGC onderzoeksgroep aan de Vrije Universiteit Brussel, mat samen met collega’s van onder andere het Instituut voor Natuurwetenschappen, de chemische samenstelling van fossiele schelpen uit Antwerpen. Die schelpen zijn afkomstig van oesters, kokkels en Sint-Jacobsschelpen gevonden tijdens de werkzaamheden aan de Kieldrechtsluis. Ze leefden tijdens het plioceen, zo'n drie miljoen jaar geleden, in de Noordzee die toen ook Nederland en een deel van Vlaanderen bedekte. De schelpen groeiden laagje voor laagje, vergelijkbaar met boomringen of vingernagels, en legden tijdens hun leven heel gedetailleerde informatie vast in hun schelp.
Snapshot van de seizoenen
Tijdens het plioceen was het gemiddeld 2,5 tot 3 graden warmer op aarde dan nu. In hun studie, die is gepubliceerd in Science Advances, namen de onderzoekers een ‘snapshot’ van het klimaat van die tijd, om inzicht te krijgen in het verschil tussen de seizoenen in een warmer klimaat.
Ze gebruikten de ‘clumped isotope analysis'-methode. Bij deze methode kijken de onderzoekers in detail naar de chemische samenstelling van de schelp. Dit doen ze door te meten in welke mate zeldzame zware isotopen van zowel zuurstof als koolstof in hetzelfde kalkmolecuul in de schelpen voorkomen.
Deze zware isotopen komen meer voor in schelpen die ontstaan zijn in kouder water. Daardoor kunnen de metingen gebruikt worden om de temperatuur waarop de schelpen werden gevormd te reconstrueren. Deze methode is nauwkeuriger dan conventionele methoden voor temperatuurreconstructies, omdat de wetenschappers geen aannames hoeven te doen over de samenstelling van het zeewater waarin de schelpen groeiden.
Zomers warmen meer op dan winters
Het belangrijkste inzicht is dat zomers veel meer opwarmen dan winters in een warmer klimaat zoals in het plioceen. Terwijl de winters ongeveer 2,5 graden warmer werden, was de temperatuur tijdens de zomer ongeveer 4,3 graden hoger. De onderzoekers zien hetzelfde resultaat in modellen voor de toekomst, die een gelijkaardige hoeveelheid opwarming voorspellen voor het jaar 2100.
De studie geeft een beeld van wat we in Europa kunnen verwachten qua klimaat als we de huidige trend van klimaatverandering doorzetten. De Winter: “We kunnen waarschijnlijk sterkere temperatuurverschillen tussen de zomer en winter verwachten, en de kans op hittegolven in de zomer zal enkel toenemen.”
Dit artikel is geschreven door de Vrije Universiteit Amsterdam.