De geschiedenis van ons onderzoek

 

We sloegen altijd al een brug tussen wetenschap en samenleving.

 

Van grenzeloze expedities tot de aanpak van fundamentele maatschappelijke uitdagingen, de verschuiving van onze onderzoeksfocus is duidelijk. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat ons onderzoek vorm krijgt door veranderingen in de wereld die ons omringt. 

Eind 1800 kende het bestuderen van de natuur en de uitbreiding van kennis een bloeiperiode. Natuurwetenschappelijk onderzoek was een avontuur naar het grote onbekende en experts deden verbluffende ontdekkingen. Volgens één van onze eerste directeurs, Édouard Dupont, moest die reis dicht bij huis starten. Hij wilde de grenzen van natuurwetenschappelijk onderzoek open trekken. Wetenschappers moesten niet enkel collecties bestuderen, maar ook de natuurlijke rijkdom van België verkennen en in kaart brengen. Vandaag is veldwerk cruciaal voor natuurwetenschappelijk onderzoek, maar toen was het veel minder populair.

Dupont was geoloog en het zou hem ongetwijfeld tevreden hebben gestemd dat het Instituut tot vandaag onderdak biedt aan de Belgische Geologische Dienst. De BGD levert diensten aan verschillende stakeholders op onafhankelijke en niet-commerciële basis en vertegenwoordigt België in het Europese geowetenschappelijk onderzoek.

Ontdekkingsreizen

In het begin van de 20e eeuw richtte België zich op het buitenland. In 1928 droeg Koning Albert I museumdirecteur Victor Van Straelen op om prins Leopold en prinses Astrid te vergezellen op hun reis van zes maanden naar huidig Indonesië. Het werd de eerste grote internationale expeditie en leverde 403 nieuw ontdekte diersoorten op. Het aantal expedities nam vanaf dan snel toe.

De vrije ontdekkingstocht werd gaandeweg een zoektocht naar antwoorden op specifieke vragen. Die vragen hielden onvermijdelijk verband met het koloniale verleden van België. Voorbeelden zijn de exploratie van het Kivu-, het Edward- en het Albertmeer langs de grenzen van wat toen Belgisch Congo was. Dat onderzoek moest een antwoord bieden op een economisch vraagstuk: welk potentieel bieden de visbestanden in deze meren voor bevissing?

Toen steeds meer Afrikaanse landen onafhankelijk werden, richtte het onderzoek zich meer op de capaciteitsopbouw voor lokaal natuurbehoud en duurzame ontwikkeling. Vandaag gebeurt veldwerk in samenwerking met lokale onderzoekers, zoals de recente paleontologische opgravingen in Mongolië en China.

Ook dichter bij huis zien we een verschuiving van exploratie naar behoud, zoals het onderzoek op en onder het water van de Noordzee. De eerste exploraties, onder leiding van marien bioloog Gustave Gilson, effenden het pad voor verder oceanografisch onderzoek. Een eeuw later stonden we aan het roer van de Belgica, het federale onderzoeksschip dat in 1984 te water werd gelaten. Vandaag speelt onze Beheerseenheid van het Mathematisch Model van de Noordzee een cruciale rol in Blue Growth en marien beheer in België. Dat maakt ons uniek in een rol die doorgaans is voorbehouden voor mariene onderzoeksinstellingen.

Onderzoek ontsluiten

Publicaties waren altijd belangrijk in de communicatie over ons onderzoek en zijn door de jaren heen geëvolueerd. In 1877 startten we met de uitgave van de Annalen om de wetenschappelijke gemeenschap te informeren over onderzoeksactiviteiten van Belgische collecties. Langzamerhand verwierven onze tijdschriften, rapporten en monografieën een reputatie en wonnen ze aan belang. In 2015 richtten we een dienst voor wetenschappelijke publicaties of SPU (Scientific Publications Unit) op, die de opmars van open access in Europa omarmt. In samenwerking met andere internationale onderzoeksinstellingen schreven we artikels voor prestigieuze vakbladen, zoals Nature en Science .

De afgelopen jaren is vooruitgang vaak ingegeven door technologie zoals nieuwe beeldvormingstechnieken en digitalisering van specimens. Microscanners werpen een nieuw licht op onze specimens en geven wetenschappers de mogelijkheid om ze vanop afstand in detail te bestuderen. Nieuwe analysetechnieken laten toe om bijvoorbeeld het genoom van reeds onderzochte specimens opnieuw te onderzoeken in de labo’s van onze Joint Experimental Molecular Unit.

Onze positie verstevigen

Ons Instituut heeft zich kunnen positioneren als één van Europa's toonaangevende onderzoeksinstellingen voor een groot aantal natuurwetenschappen. Deze missie ontstond in de beginjaren, toen nog het Koninklijk Museum voor Natuurwetenschappen, en kwam tot bloei in 1952 toen we de titel van wetenschappelijk instituut kregen. Sindsdien, en met de maatschappelijke evolutie van de concepten biodiversiteit en milieubehoud, grijpen we elke kans om ons onderzoek een actieve rol te laten spelen in beleidsontwikkeling.

Zo is de wetenschappelijke ondersteuning van het biodiversiteitsbeleid vandaag een belangrijke pijler van onze activiteiten. In 2000 werd het Belgisch Biodiversiteitsplatform opgericht door de POD Wetenschapsbeleid (BELSPO), met het KBIN als één van de drie Belgische gastinstellingen. We bieden onderdak aan het CEBioS-programma (Capacities for Biodiversity & Sustainable Development), dat ontwikkelingslanden helpt bij de implementatie van het Biodiversiteitsverdrag. Het platform leidt ook wetenschappers uit het zuidelijke halfrond op, als onderdeel van het Global Taxonomy Initiative. Sinds kort is ook het Nationaal Wetenschappelijk Secretariaat voor invasieve uitheemse soorten bij het KBIN ondergebracht. De BioPolS Groep (Belgian Biodiversity Policy Support Group) is met voorsprong de grootste groep actief op gebied van wetenschappelijke ondersteuning van biodiversiteitsbeleid van gelijk welk Europees natuurhistorisch instituut.