Dieren van de toekomst

Leven er binnen 50 miljoen jaar enorme knaagdieren en vliegende duizendpoten op onze planeet? Waarschijnlijk niet, maar af en toe vindt een stukje fictie haar plaats in het Museum.

In de Galerij van de Evolutie ontmoet je zes futuristische diersoorten die door wetenschappers werden ‘uitgedacht’ op basis van evolutionaire modellen. Immers, de evolutie herhaalt zichzelf voortdurend. Kijkend naar het verleden kunnen wetenschappers dus een wetenschappelijk onderbouwde gok wagen over hoe het leven er in de toekomst zal uitzien …

Ook voor de voskoesoe (Trichosurus vulpecula, een boombewonende buidelrat) werd een fictieve afstammeling uitgedacht: deze Trichopteryx dixoni, een vliegende buidelrat. Doorheen de evolutie werd zijn grijpstaart langer en elastischer en ontwikkelden er huidplooien tussen de poten. De buidelopening is aangepast aan het hangen in de bomen: met de opening naar de staart toe. Lengte: 1,5 meter, met de staart inbegrepen.

50 miljoen jaar geleden?

Propellonectes russeli, de fictieve afstammeling van de noordelijke reuzenstormvogel (Macronectes halli), is aangepast aan een leven in het water. De vleugels zijn zo gereduceerd dat de vogel niet meer kan vliegen, maar dankzij de grote achterpoten en het gestroomlijnde lichaam is het dier een uitstekende zwemmer geworden. Lengte: 1 m

 

Met een massievere schoudergordel en kop, grotere en meer vooruitstekende knaagtanden zou de fictieve Corticochaeris gouldi een afstammeling kunnen zijn van de nu levende capybara (Hydrochoerus hydrochaeris). Zijn aanpassingen zouden het dier toelaten schors van bomen te stropen. Lengte: tot 2 meter